Bronnie Ware heeft vele jaren in de palliatieve zorg mogen werken. Haar patiënten waren mensen die thuis op sterven lagen. Met sommigen heeft ze zeer speciale momenten gedeeld. Mensen die op hun sterfbed liggen maken allerlei emoties door van ontkenning, angst, boosheid, wroeging, meer ontkenning en uiteindelijk aanvaarding. Maar op het laatst vond ieder van hen, stuk voor stuk, uiteindelijk rust.

Als ze vroeg naar waar ze spijt van hadden of wat ze anders gedaan zouden hebben, dan doken steeds weer de zelfde thema’s op. Hier is de top-5 van de dingen waar stervenden het meest spijt van hadden zoals opgetekend door Bronnie:

1. Ik zou willen dat ik de moed had gehad om een ‘waar’ leven te leven, en niet het leven dat ánderen van me verwachten.

“Dit was feitelijk het meest voorkomende spijtpunt. Wanneer mensen zich realiseren dat hun leven bijna voorbij is en er klaarblijkelijk helder op terug kunnen kijken, dat is het ook eenvoudig om te zien hoeveel onvervulde dromen er nog zijn. De meeste mensen waren nog niet in staat geweest om maar de helft van hun dromen te eren en gingen sterven met het idee dat dit kwam door de keuzes die ze niet, of wél gemaakt hadden. Gezondheid rijkt een ongelooflijke vrijheid aan die weinigen zich realiseren, totdat mensen tot de ontdekking komen dat ze deze vrijheid kwijt zijn.”

2. Ik zou willen dat ik niet zo hard gewerkt had.

“Deze wens kwam uit de mond van elke patiënt die ik heb verpleegd. Ze misten de onbevangen jeugd en de kameraadschap van hun ouders. Vrouwen spraken ook over dit gemis en deze spijt, maar omdat deze vooral uit een oudere generatie kwam, bleken het vrouwen te zijn die niet eens als kostwinners hadden geleefd. Maar álle mannen die ik heb verpleegd, hadden diep en diep spijt van het besteden van zoveel tijd aan het lopen in de de tredmolen van het kostwinnerschap.”

3. Ik zou willen dat ik de moed had gehad om mijn gevoelens te uiten.

“Veel mensen bleken hun gevoelens te hebben onderdrukt teneinde de lieve vrede te bewaren met anderen. Het resultaat daarvan was dat ze een middelmatig bestaan hadden geleefd, en nooit in staat waren geweest om zichzelf  te worden. En velen bleken ziektes te hebben ontwikkeld als gevolg van de bitterheid en wrok die ze daardoor bij zich droegen.”

4. Ik zou willen dat ik in contact was gebleven met mijn vrienden.

“Vaak waren ze niet in staat om zich de volledige waarde van oude vriendschappen te realiseren, totdat ze in de laatste weken van hun leven waren belandt. Het bleek dan vaak niet meer mogelijk om hun oude vrienden op te sporen. Veel van deze mensen hadden zich zo in hun levens vast gebeten, dat zij deze ‘gouden vriendschappen’ door de jaren heen hadden laten wegglippen. Er waren diepe spijtgevoelens over het niet op de juiste manier waarderen van de vriendschappen; het niet besteden van genoeg tijd en inspanningen eraan. Iedereen mist zijn vriendschappen als hij stervende is.”

5. Ik zou willen dat ik mezelf meer had toegestaan om gelukkig te worden.

“Ook weer een verrassend veel voorkomende, en dus ‘normale’ wens van de stervenden. Velen van deze stervenden realiseerden zich niet, dat het bereiken van geluk een keuze is. Ze waren verzand in oude patronen en gewoontes. Het zogenoemde ‘comfort’ van de familieband had hun emoties overgenomen, evenals hun fysieke levens. De angst voor verandering had hen anderen ervan weten te overtuigen, evenals zichzelf, dat ze tevreden waren, terwijl ze diep van binnen voluit wilden lachen en idiotie in hun leven hadden willen hebben.”

Dus… Waar heb jij op dit moment het meeste spijt van? En wat wil jij nog vanuit het diepste van je zelf nog bereiken of veranderen vóórdat je sterft?

Sta open voor het leven, geniet van wat je doet in het leven en groei!